3V PRINCIPE
In 1959 introduceerden William Russell en Rex Burch het 3R principe (Replacement, Reduction and Refinement - 3V principe: Vervanging, Vermindering en Verfijning) in hun boek The Principles of Humane Experimental Technique.
- Vervanging: het vervangen van proefdieren door alternatieve methoden voor dierproeven. Voorbeelden zijn het gebruik van in vitro methoden (zoals menselijke cel- en weefselculturen) en in silico modellen (via computersimulaties).
- Vermindering: het verminderen van het aantal proefdieren. Een voorbeeld hiervan is het nauwkeurig berekenen van het aantal vereiste proefdieren in een wetenschappelijke studie. Belangrijk hierbij is dat men niet minder dan het minimum aantal vereiste proefdieren gebruikt, die nodig zijn om statistisch betrouwbare resultaten te bekomen. Een ander voorbeeld is het delen van proefdieren, zodat bepaalde organen kunnen worden gebruikt voor één onderzoek en het karkas en/of de overige organen voor een ander onderzoek of voor educatieve doeleinden.
- Verfijning: het verfijnen van experimenten door de veroorzaakte pijn en het ongerief bij de proefdieren zo veel mogelijk te beperken en hun welzijn te maximaliseren. Voorbeelden om het stressgehalte bij proefdieren te verminderen zijn: sociale dieren in groep huisvesten, voldoende kooiverrijking, respect opbrengen voor het natuurlijke dag-nacht regime van het proefdier...
Soms wordt er ook een vierde V van “Verantwoordelijkheid” toegevoegd waaraan elke wetenschapper moet bijdragen. Hiermee wordt verwezen naar de “Culture of Care” filosofie in laboratoria. In deze filosofie engageren wetenschappers en laboranten zich om ethisch en correct te werken, waarbij zo veel mogelijk wetenschappelijke vooruitgang wordt bekomen met een minimum aan dierenleed.
WETGEVING
De Europese Richtlijn 2010/63 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt werd in België omgezet naar het Koninklijk Besluit betreffende de bescherming van proefdieren (29 mei 2013). Dit KB valt onder de bevoegdheid van de dienst Dierenwelzijn, en wordt op Gewestelijk Niveau ingevuld. Dit betekent dat het Vlaamse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse Gewest, elk afzonderlijk verantwoordelijk zijn voor de implementatie van deze regelgeving binnen hun eigen regio.
- Meer informatie over de wetgeving in het Vlaamse Gewest.
- Meer informatie over de wetgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
- Meer informatie over de wetgeving in het Waalse Gewest.
- Meer informatie over de wetgeving in het EU.
PROEFDIEREN
Wat is een proefdier ?
De juridische definitie van een proefdier wordt als volgt beschreven in de Wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren:
- “de levende koppotigen gebruikt of bestemd om te worden gebruikt in dierproeven, of die specifiek worden gehouden opdat hun organen of weefsels voor wetenschappelijke doeleinden kunnen worden gebruikt;
- de levende niet-menselijke gewervelden gebruikt of bestemd om te worden gebruikt in dierproeven, of die specifiek worden gehouden opdat hun organen of weefsels voor wetenschappelijke doeleinden kunnen worden gebruikt, met inbegrip van hun zich zelfstandig voedende larvale vormen, alsook foetale vormen van zoogdieren met ingang van het laatste derde deel van hun normale ontwikkeling;
- Deze definitie is ook van toepassing op dieren die in dierproeven gebruikt worden en die zich in een vroeger ontwikkelingsstadium dan het in voorgaande punt genoemde bevinden indien deze dieren voorbij dat ontwikkelingsstadium in leven dienen te blijven en tengevolge van de uitgevoerde dierproeven gevaar lopen om na het bereiken van dat stadium pijn, lijden, angst of blijvende schaden te ondervinden.”
Volgens deze definitie vallen alle gewervelde dieren (zoogdieren, vogels, vissen, amfibieën en reptielen) onder de term ‘proefdier’. Dit betekent echter niet dat alle gewervelden zomaar mogen gebruikt worden voor dierproeven. Experimenten op mensapen zijn bijvoorbeeld verboden in België. In Europa mogen ook geen dieren meer gebruikt worden voor het testen van cosmetica of voor de ontwikkeling van tabaksproducten. De meeste ongewervelde dieren (insecten, wormen,..) vallen niet onder deze definitie en mogen dus wel gebruikt worden voor dierproeven. Het gebruik van koppotigen (inktvissen en octopussen) is hierop een uitzondering, aangezien experimenten met deze diersoort wel als dierproeven worden beschouwd.
Wat is een dierproef?
De juridische definitie van een proefdier is als volgt beschreven in de Wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren: “elk al dan niet invasief gebruik van een dier voor experimentele of andere wetenschappelijke doeleinden, waarvan het resultaat bekend of onbekend is, of voor onderwijskundige doeleinden, die bij het dier evenveel of meer pijn, lijden, angst of blijvende schade kan veroorzaken als het inbrengen van een naald volgens goed diergeneeskundig vakmanschap. Dit omvat iedere handeling waarvan het doel of het mogelijke gevolg de geboorte of het uit het ei breken van een dier is, dan wel het in een dergelijke toestand brengen en houden van een genetisch gemodificeerde dierenvariëteit, maar omvat niet het doden van dieren met als enig doel het gebruik van hun organen of weefsels.”
ALTERNATIEVE METHODEN
Vanwaar komt de benaming ‘alternatieve methoden’ ?
Het begrip “alternatieve methoden” wordt vaak geassocieerd met het 3R principe (“Replacement, Reduction, Refinement”) of 3V principe (“Vervanging, Vermindering, Verfijning”). Hierbij verstaan we onder een “alternatieve methode” een methode die (i) het gebruik van een proefdier volledig vervangt, of (ii) het aantal gebruikte proefdieren dat nodig is in een test vermindert of (iii) een testprocedure zodanig verfijnt dat de veroorzaakte pijn en ongerief bij het proefdier geminimaliseerd wordt.
In het RE-Place project ligt de focus op alternatieve methoden die bijdragen aan de uiteindelijke vervanging van het gebruik van proefdieren, hiermee bedoelen we dus concreet de methoden die vallen onder Replacement en Reduction.
Wat zijn ‘alternatieve methoden’ – ‘Non Animal Methods’– ‘New Approach Methodologies’?
Een aantal jaar geleden werd op internationaal niveau vaak gesproken over ‘Non Animal Methods’ om te verwijzen naar testmethoden waarbij geen gewervelden gebruikt worden. Net als de term ‘alternatieve methoden voor dierproeven’ werd ‘Non Animal Methods’ voornamelijk gebruikt in het gebied van de toxicologie en in het bijzonder voor regulatorische toepassingen. Door de snelle toename van het aantal nieuwe methoden in het biomedisch onderzoek (bv. de ontwikkeling van organoïden), was er echter nood aan een definitie die verder reikt dan het domein van de (regulatorische) toxicologie. De afkorting NAM wordt daarom steeds vaker gedefinieerd als ‘New Approach Methodologies’ in plaats van ‘Non Animal Methods’. Tot op vandaag de dag worden de drie termen echter nog steeds door elkaar gebruikt. Aangezien het RE-Place project specifiek als doel heeft om methoden uit het biomedisch onderzoek te verzamelen, zal op de website voornamelijk de term ‘New Approach Methodologies’ worden gehanteerd.
NAMs
Wat betekent in chemico?
In chemico onderzoek gebeurt uitsluitend aan de hand van de chemische en fysiologische eigenschappen van een bepaald(e) stof/product. Deze informatie kan bijvoorbeeld gebruikt worden om de activiteit of toxiciteit van bepaalde stoffen/producten te voorspellen (bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen). Een concreet voorbeeld is de ‘Direct Peptide Reactivity Assay’ (DPRA) voor het evalueren van het potentieel van een component om huidsensibilisering te induceren.
Wat is een in silico methode?
In silico methoden maken gebruik van computersimulaties. Aan de hand van wiskundige modellen worden de eigenschappen en het gedrag van bepaalde moleculen en/of componenten voorspeld. Een typisch voorbeeld is een ‘(quantitative) structure-activity relationship’ [(Q)SAR] model.
Wat is het verschil tussen in vivo, in vitro en ex vivo methoden?
- In vivo onderzoek verwijst naar studies op levende organismen waarbij zowel dieren (een dierproef) als mensen (een klinische studie) kunnen worden gebruikt. Het grootste voordeel van in vivo onderzoek is dat de verzamelde informatie betrekking heeft tot de algemene effecten op het volledige organisme en niet op 1 specifiek niveau (cel/weefsel/orgaan).
- In vitro methoden worden uitgevoerd in een gecontroleerde omgeving zoals een petrischaal. Een typisch voorbeeld zijn methoden die gebruik maken van lever specifieke cellijnen (bv. primaire humane hepatocyten) om de werking van toekomstige geneesmiddelen te onderzoeken.
- Ex vivo onderzoek situeert zich tussen in vivo en in vitro onderzoek. De bekendste voorbeelden zijn methoden die gebruik maken van ‘tissue slices’ of van organen van overleden dieren (bv afkomstig van slachtafval).
Waarvoor staat IATA ?
Bij een IATA of “Integrated Approach to Testing and Assessment” wordt niet één maar wel een combinatie van verschillende NAMs [bv. (Q)SARs, in chemico, in vitro, ex vivo,…] gebruikt om een bepaalde vraagstelling te beantwoorden. Een voorbeeld bestaat uit het combineren van QSAR predicties met gegevens uit in vitro onderzoek om de veiligheid van bepaalde stoffen of componenten te voorspellen.
Wat is Read-accross?
Bij read-across worden de eigenschappen van een bepaalde stof voorspeld aan de hand van gegevens van andere stoffen met een gelijkaardige structuur.
BRONNEN VOOR NAMs
Databanken
- ALTBIB - ‘Resources for Alternatives to the Use of Live Vertebrates in Biomedical Research and Testing’
- BioModels - EBI's inventaris van wiskundige modellen voor biologische en biomedische systemen
- EURL ECVAM: DB-ALM - ‘DataBase on Alternative Methods’
- EURL ECVAM: JRC QSAR Model Database - Bevat ‘Quantitative Structure-Activity Relationship’ modellen
- EURL ECVAM: Knowledge base on breast cancer research
- EURL ECVAM: Knowledge base on respiratory disease research
- EURL ECVAM: Knowledge base on neurodegenerative disease research
- EURL ECVAM: Knowledge base on Immuno-oncology
- EURL ECVAM: Knowledge base on Immunogenicity Testing of Advanced Therapy Medicinal Products (ATMP)
- EURL ECVAM: Knowledge base on Cardiovascular diseases
- EURL ECVAM: Knowledge base on Autoimmune diseases
- EURL ECVAM: TSAR - ‘Tracking System on Alternative Methods’
- FCS-free Database - Een databank met alternatieven voor het gebruik van foetaal kalfsserum
- FRIA – Inventaris van 3V-bronnen in Frankrijk
- Inventory of 3Rs Knowledge Sources - Een overzicht van verschillende 3R informatiebronnen
- Microphysiology Systems Database
- NAMs Interface
- NAT - ‘Non-Animal Technologies database’
- NC3Rs hulpmiddelen voor Animal-free in vitro technologies
- SMAFIRA - Gratis onlinetool om wetenschappers te helpen alternatieve methoden te vinden in PubMed - door BfR en Bf3R
- Virtual Metabolic Human databank
- ZEBET database on alternatives to animal experiments on the Internet
3Vs voor onderwijs en training:
- ASCCT Webinars aangeboden door de ‘American Society for Cellular and Computational Toxicology’
- Altertox Academy brengt internationale experten samen met het oog op praktische training in het domein van alternatieve methoden voor toxicologen
- CAAT Education program
- CAMARADES-NC3Rs Preclinical Systematic Review & Meta-analysis Facility (SyRF)
- ESTIV Course - ESTIV biedt cursussen in toegepaste in vitro methoden
- InterNICHE Alternatives Database - Databank voor alternatieve methoden in het onderwijs
- NORINA - Een overzicht van alternatieven die kunnen gebruikt worden voor onderwijs en training
- Overzicht van internationale organ-on-chip cursussen door Dynamic42
- SOT In Vitro Toxicology Lectures
- The Science Bank - Alternatieven voor proefdiergebruik in het onderwijs
- VPH institute webinars - Het ‘Virtual Physiological Human institute (VPHi)’ verbindt wetenschappers uit de levenswetenschappen, computer modellering en ingenieurswetenschappen om het onderzoek naar in silico geneeskunde te bevorderen waarbij het gehele menselijk lichaam centraal staat
FINANCIERINGSBRONNEN
Europese 3R-Beurzen en Prijzen
- Belgian Council Laboratory Animal Science (BCLAS) 3R’s Fund in honour of René Massin
- Belgian Prices Medicine, Biomedical Sciences, Pharmacy and Veterinary Sciences via the ‘Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België (KAGB)’
- Dutch Association for Laboratory Animal Science (DALAS) - Price for alternatives (Nederland)
- Willy Heumen Prize (Nederland)
- Hugo van Poelgeest Prize (Nederland)
- Tierschutzforschungspreis (Duitsland)
- Forschungspreis "Ersatz- und Ergänzungsmethoden zum Tierversuch" (Duitsland)
- Forschungspreis zur “Erforschung von Ersatz- und Ergänzungsmethoden für Tierversuche” (Duitsland)
- Felix-Wankel-Tierschutz-Forschungspreis (Duitsland)
- Ursula M. Händel-Tierschutzpreis (Duitsland)
- 3R prize from the Danish 3R-centre (Denemarken)
- Björn Ekwall Memorial Award (Zweden)
- Norecopa 3R prize (Noorwegen)
- EPAA 3RS awards and grants: 3Rs Student Grant, EPAA Refinement Prize (EU) and EPAA 3Rs Science Prize (EU)
Internationale 3R-Beurzen en Prijzen
- NC3Rs International 3Rs prize (Verenigd Koninkrijk)
- NC3Rs Project Grants (Verenigd Koninkrijk)
- NC3Rs Public Engagement awards (Verenigd Koninkrijk)
- Egon Naef Foundation 3R Prize (Zwitserland)
- Targeted Calls of the Swiss 3R Competence Centre (Zwitserland)
- Refinement Grants of the Swiss 3R Competence Centre (Zwitserland)
- Knowledge Transfer of the Swiss 3R Competence Centre (Zwitserland)
- 3Rs Award and Young 3Rs Investigators award of the Swiss 3R Competence Centre (Zwitserland)
- ALTEX Prize (Zwitserland)
- Doerenkamp-Zbinden Prize (Zwitserland)
- Universität Zürich 3R award (Zwitserland)
- Egon Naef Foundation 3R Prize (Zwitserland)
- Alternatives Research & Development Foundation (ARDF) Annual Open Grants (Verenigde Staten)
- Johns Hopkins University Grants (Verenigde Staten)
- Johns Hopkins University Awards (Verenigde Staten)
- Society of Toxicology (SOT) Awards (Verenigde Staten)
- Association for Assessment and Accreditation of Laboratory Animal Care International (AAALAC) Global 3Rs Awards Program (Verenigde Staten)
- International Society of Transgenic Technologies 3Rs prize (Verenigde Staten)
- Charles River Prize in Laboratory Animal Science and Medicine (Verenigde Staten)
- Canadian Association for Laboratory Animal Science (CALAS) Awards Program (Canada)
Ondersteuning van dierenwelzijnsorganisaties
- PETA Recombinant Antibody Challenge (Duitsland)
- PETA Funding to Advance the Development and Use of Non-Animal Methods (Duitsland)
- Ärzte gegen Tierversuche, Herbert-Stiller-Förderpreis (Duitsland)
- Comité scientifique Pro Anima, Descroix-Vernier EthicScience Prize (Frankrijk)
- Summer Studentship Award Programme of FRAME (Verenigd Koninkrijk)
- FRAME's Innovation Grant scheme (Verenigd Koninkrijk)
- Open Grants Animal Free Research (Verenigd Koninkrijk)
- The Humane Research Trust (Verenigd Koninkrijk)
- The International Animal Welfare Science Society Grants and Awards (Verenigd Koninkrijk)
- The International Animal Welfare Science Society Replacement, Refinement and Reduction (3Rs) Award (Verenigd Koninkrijk)
- The Lush Prize (Verenigd Koninkrijk)
- Animal Free Research Funding (Verenigd Koninkrijk)
- Animal Free Research Pioneer Award (Verenigd Koninkrijk)
- Nordic Prize for Alternatives to Animal Experiments (Denemarken, Finland, Zweden)
- International Foundation for Ethical Research (IFER) (Verenigde Staten)
NUTTIGE LINKS
In België:
- BCLAS - Belgian Council for Laboratory Animal Science
- Dienst Dierenwelzijn van het departement Omgeving
- Dienst Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel
- Dienst Dierenwelzijn van Wallonië
- Infopunt Proefdieronderzoek
3V centra:
- 3Rs-Centre Utrecht Life Sciences
- 3Rs Center Tsjechië
- 3R SMART - Informatie- en trainingsplatform over 3Vs in Duitsland
- Bf3R - ‘German Centre for the Protection of Laboratory Animals’
- CAAT Europe - ‘Centre for Alternatives to Animal Testing’
- CCAAM - 'Canadian Centre for Alternatives to Animal Methods'
- Centro3R - Italiaans interuniversitair centrum voor de bevordering van het 3V principe in onderwijs en onderzoek
- Danish 3R-Centre
- FICAM - ‘Finnish Centre for Alternative Methods’
- FIN3R - '3R Centre Finland'
- FC3R - 'French Centre for 3R'
- Francopa - ‘French platform for the development of alternative methods in animal testing’
- IC-3Rs - ‘Innovation Centre-3Rs Alternatives’
- IPAM - ‘Italian Platform on Alternative Methods’
- IZSLER - ‘Istituto Zooprofilattico Sperimentale della Lombardia e dell'Emilia Romagna’
- NA3RSC - ‘The North American 3Rs Collaborative’ in 3 languages
- NC3Rs - ‘UK National Centre for the Replacement, Refinement and Reduction of Animals in Research’
- Norecopa - ‘Norway's National Consensus Platform for the advancement of the 3Rs’
- Oostenrijks 3R Center door The RepRefRed Society
- REMA - ‘Spanish Network for the Development of Alternative Methods’
- SNP3Rs - ‘Slovak National Platform for 3Rs’
- Swedish 3Rs Centre
- Swiss 3Rs Competence Centre
Andere 3V initiatieven:
- ALURES - ‘Statistical EU Database on the use of animals for scientific purposes’
- AniMatch stelt wetenschappers met elkaar in verbinding om het gebruik van dierlijke organen en weefsels te delen
- ARRIVE guidelines - Een checklist met aanbevelingen om de rapportering van proefdieronderzoek te verbeteren
- Biograf3R - ‘Biographics laboratory 3R for the reduction and replacement of animal testing by computational methods’
- Charité 3R Toolbox integreert informatie van verschillende 3V informatiebronnen
- COST Improve - Netwerk van 3R-centra die werken aan het verfijnen, harmoniseren en bevorderen van gegevens, documenten en 3R-concepten om de kwaliteit van preklinisch onderzoek te verbeteren.
- EARA - ‘European Animal Research Association’
- EPAA - ‘European Partnership for Alternative Approaches to Animal Testing’
- ETPLAS - ‘Education and Training Platform for Laboratory Animal Science’
- EUROoCS - ‘European Organ-on-Chip Society’
- EUSAAT - ‘European Society for Alternatives to Animal Testing’
- ICCVAM - ‘Interagency Coordinating Committee on the Validation of Alternative Methods’
- IIVS - ‘Institute for In Vitro Sciences’
- INVITROM - ‘International Society for In Vitro Methods’
- IVTIP - ‘In Vitro Testing Industrial Platform’
- MOXI - Organ-on-chip Forum door Emulate
- Ncad - ‘Nationaal Comité advies dierproevenbeleid’
- SID - ‘Stichting Informatie Dierproeven’
- Tpi.tv - Een video platform dat als doel heeft professionals met elkaar in contact te brengen om de dialoog aan te gaan
- 3Rs self-assessment tools voor organisaties door NC3Rs